Jan-Willem is bestuurder bij Korfbalvereniging Korfrakkers en een van de twee directeuren bij Hobij. Hij heeft twintig jaar geleden zijn roots in Gassel verruild voor Erp. Want Ilona kwam echt niet naar Gassel. Jan-Willem: “Daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik vind Erp gewoon een heel leuk, heel toegankelijk, mooi dorp.” Samen met Ilona vormt hij een gezin met twee kinderen, Diede (12) en Fedde (9), waarvan Diede fanatiek korfbalt bij de Korfrakkers en Fedde zijn enthousiasme kwijt kan in het voetbal bij RKVV Erp.
Hoewel zijn dagen voornamelijk gevuld zijn met kantoorwerk, voelt Jan-Willem zich het meest in zijn element in de buitenlucht. Of het nu in de tuin is, genietend van het zonnetje, op vakantie met zijn gezin of ontspannend met vrienden, zijn hart ligt buiten. Op zaterdag put hij dan ook veel energie uit het bijstaan van de jeugd. Zorgen dat alles gereed is, de kinderen vooruit kunnen en de benodigde materialen beschikbaar zijn, geeft hem voldoening.
Ook ‘moet’ hij twee keer in de week hardlopen. Dan loopt hij richting Veghel en terug over de Keldonkse Berg waar hij zijn oefeningen doet. Voor hem de mooiste plek in Erp. Het contrast tussen het weidse uitzicht en de jaarlijkse transformatie tot een supermooi festivalterrein maakt Erp volgens hem uniek.
Voordelen van De Brug volgens Jan-Willem
Volgens Jan-Willem is Erp een toegankelijk dorp met de voorzieningen van een groot dorp, maar toch klein genoeg om elkaar te steunen. Hij ziet de voordelen van Omnipark De Brug in minder belasting voor vrijwilligers en benadrukt het belang van het daadwerkelijk benutten van de faciliteiten. Hij merkt op dat gedurende een aanzienlijk deel van het jaar de beschikbare faciliteiten niet volledig benut worden. “Dat is zonde.”
Jan-Willem: “Daarnaast hebben we het in de verenigingswereld steeds moeilijker. We merken dat mensen steeds vaker kiezen voor flexibele tijdsbesteding. Dit is versterkt door de ervaringen tijdens de coronapandemie, wat ook onze vereniging niet onberoerd heeft gelaten. Het besef groeit dat het handig is om niet wekelijks verplichtingen te hebben.”
Wat volgens Jan-Willem niet mag ontbreken bij De Brug?
Een beachveldje! Dit zou het park helemaal compleet maken, vooral in de zomer wanneer er geen korfbal- of voetbalactiviteiten zijn. Een plek waar je de bal mee naar toe kunt nemen. Het zand van een beachveldje past perfect bij het water van de meanderende Aa. Hier kun je, zodra de zon begint te schijnen, bewegen of gewoon lekker chillen, of je nu wilt voetvolleyen, beachkorfballen of volleyballen.
Jan-Willem: “Communiceren is veel meer dan alleen maar een bepaalde tekst overbrengen.”
Naast het beachveldje is een leuke kantine waar je kunt samenkomen ontzettend belangrijk, vindt Jan-Willem. De manier waarop we praten is flink veranderd, vooral door smartphones. Hij vertelt dat wanneer hij zijn kinderen belt, ze vaak alleen de boodschap overbrengen: “Ik kom eraan” en dan ophangen. Of ze sturen een appje vol afkortingen en spelfouten waar hij bijna een code voor moet kraken. “Soms voel ik me echt oud,” zegt hij lachend. Jan-Willem vindt het lastig omdat het niet alleen om de woorden gaat, maar ook om de gebaren, ontmoetingen en begrip tussen verschillende generaties. De Brug moet een plek worden waar jong en oud samenkomen en elkaar ontmoeten. “En dat de smartphone dan meegaat, is prima.”